MarokkoNU.nl


De Vereniging SimSim-Burgerparticipatie presenteerde deze week haar rapport waarin de werkzaamheden van de Staten in het eerste jaar van de elfde legislatuur worden geëvalueerd. Deze balans maakt deel uit van het project “Nawabek” (uw gekozen vertegenwoordigers) dat gericht is op het volgen van het werk van de vergaderzaal en het verstrekken van informatie over het werk van het Parlement ten behoeve van de burgers.

Tijdens dit eerste legislatuurjaar heeft de regering 25 wetsvoorstellen ingediend, verdeeld over regelgevende wetten, kaderwetten en gewone wetten, naast 12 wetsvoorstellen die betrekking hebben op de ratificatie van internationale overeenkomsten. Het parlement van zijn kant keurde 18 wetsvoorstellen goed tegen 7 wetsvoorstellen die nog in behandeling waren.

Het eerste jaar van deze legislatuur werd gekenmerkt door de introductie van afgevaardigden die tot verschillende groepen, groeperingen en zonder lidmaatschap behoorden, van in totaal 170 wetsvoorstellen, merkt het rapport op. In die zin waren de 13 gekozen leden van de Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling (PJD) kampioenen, met 40 wetsvoorstellen. Ze worden op de voet gevolgd door die van de Socialist Union of Popular Forces (USFP) met 37 voorstellen, de Popular Movement (24), de Authenticity and Modernity Party (22), de PPS (19) en de Istiqlal (12).

De PJD doet het beter dan de PAM, de Istiqlal en de RNI voor wetsvoorstellen

Met 102 gekozen leden heeft de RNI-groep tijdens dit eerste wetgevende jaar slechts 8 wetsvoorstellen ingediend bij het Huis van Raadsleden (4), parlementsleden Fatima Tamni van de FGD (2) en Nabila Mounib van de PSU (1) en het kantoor van de Huis van Afgevaardigden. Ten slotte heeft de Democratische en Sociaal-Constitutionele Fractie, gevormd door de Constitutionele Unie en de Sociaal-Democratische Beweging (MDS), geen wetsvoorstellen ingediend.

Van haar kant de Tweede Kamer wetsvoorstellen en wetsvoorstellen, waaronder 14 wetsvoorstellen die betrekking hebben op internationale afspraken. Tijdens het eerste zittingsjaar werd een wetsvoorstel ingediend door de Socialistische Fractie in het parlement goedgekeurd, tegen twee wetsvoorstellen ingediend door de Kamer van Raadsleden. De auteurs van het rapport constateren in dit verband een “overwicht van wetsvoorstellen ingediend door de regering”.

Met betrekking tot de controle van het werk van de regering stelden de gekozen functionarissen van het land 5.814 schriftelijke vragen, waarvan er 3.327 een antwoord van de regering ontvingen, terwijl 2.487 vragen onbeantwoord bleven. Bovendien, terwijl de Marokkaanse grondwet bepaalt dat de regeringsleider eenmaal per maand moet verschijnen om vragen van algemeen beleid te beantwoorden, heeft Aziz Akhannouch slechts vier keer in een jaar tijd plaatsgevonden.

Anderzijds waren er tijdens dit legislatuurjaar 26 wekelijkse sessies gewijd aan mondelinge vragen van gekozen functionarissen en het geven van regeringsantwoorden. “Deze sessies werden gekenmerkt door een programmering van vragen gericht op de verschillende overheidssectoren, ook al was de deelnamegraad aan de programmering van elke sector verschillend”, merkt de ngo op.

Informatiemissies, diplomatie en participatieve aanpak

Eveneens tijdens dit eerste wetgevende jaar keurde het kantoor van het Huis van Afgevaardigden vier onderzoeksmissies goed (Operatie Marhaba, kampeerplaatsen en -centra, landbouwproducten en de staat Oum Er-Rbia). Er is echter “nog geen rapport gepubliceerd over het werk van deze verkenningsmissies, en de website van het Parlement geeft geen informatie over deze missies, de redenen voor hun oprichting, hun samenstelling of hun werk”, betreurt het rapport.

Hij voegt eraan toe dat het portaal “ook geen gegevens verstrekt over verzoeken die door Kamerleden zijn ingediend en niet zijn geautoriseerd door het bureau van de Tweede Kamer”. Het document herinnert er ook aan dat er drie thematische werkgroepen zijn opgericht in het kader van de evaluatie van overheidsbeleid.

Hoewel hij de activiteiten van de Tweede Kamer op het gebied van parlementaire diplomatie toejuicht en eraan herinnert dat er in dit eerste legislatuur in totaal 48 activiteiten zijn georganiseerd, wijst het rapport niet na op “het ontbreken van ‘gezamenlijke activiteiten met het maatschappelijk middenveld’. met uitzondering van de communicatiebijeenkomst die de Tweede Kamer heeft gehouden met maatschappelijke organisaties over haar toezeggingen in het kader van het Open Government Partnership Initiative’.

“Deze afwezigheid vormt een achteruitgang ten opzichte van de koers die is gevolgd in de betrekkingen tussen de Kamer en het maatschappelijk middenveld”, betreurt de ngo. Ook meent het dat in termen van de toezeggingen van de Tweede Kamer in het partnerschapskader openbaarheid van bestuur, de “participatieve methodiek in de praktijk afwezig blijft”, terwijl de strategie van het orgaan “eenzijdig en zonder tussenkomst van maatschappelijke organisaties” is ontwikkeld.



Share: